Crypto MEOB

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Kees Eulink - Deel 1

Getrouwd, inwonend op een bouwvallig boerderijtje in Culemborg, een kind en op zoek naar een andere woning en ander werk: bij de Marine!

Het jaar 1963 begon zeer koud, maar het voorjaar en de zomer maakten alles weer goed. Kees was in januari van werkgever veranderd. Het bedrijf waar hij werkte [DELM] bood hem een woning aan, echter niet in Rhenen, maar in het dorpje Lienden, aan de overkant van de Rijn. Aangezien hij die afstand niet met openbaar vervoer kon afleggen en het met de fiets niet te doen was, zeker niet in de winter als bij Elst de veerpont uit de vaart genomen werd, weigerde hij dit aanbod. Dit betekende dat zijn reisvergoeding ingetrokken werd.

 

Kees bood toen zijn ontslag aan, nadat hij bij het Scheepbouwkundig Proefstation Wageningen had gesolliciteerd en daar als meet- en regeltechnicus was aangenomen. Zijn werk bestond uit het mee-ontwikkelen en bouwen van meetapparatuur om krachten op schroeven en aandrijfassen van ‘modelschepen’ te meten. Er werden ook modellen van marineschepen gebouwd en getest.

“Eén van de eerste hovercrafts heb ik samen met enkele collega’s uitgetest. Wij waren de directe assistenten van een scheepsbouwkundig en een elektrotechnisch ingenieur.”

Kees hoopte in Wageningen een huis te krijgen, want hij had het prima naar zijn zin op het werk, maar ondanks de medewerking van het bedrijf lukte het niet. Wageningen is een universiteitsstad en ook daar was in die tijd een groot tekort aan woningen. Hij bleef aangewezen op het openbaar vervoer en een lange reistijd. (…) Het leven op de Willie’s Hoeve beviel hem uitstekend, maar aan de andere kant bracht het ook een boel werk met zich mee en was het een soort van ouderwets behelpen; het doen met wat je hebt. Hij was tevreden, maar wist dat het leven op deze boerderij voor een jong gezin een grote uitdaging was, misschien wel te groot voor een vrouw met opgroeiende kinderen. (…) De woning waar het jonge echtpaar op hoopte, kwam maar niet en hun geduld raakte op.

 

Kees besloot weer te gaan solliciteren. Hij zocht vakgericht werk, maar bovenal een baan waar ze een huis bij konden leveren. Hij schreef tien sollicitatiebrieven en kreeg vier positieve reacties terug. Na wat wikken en wegen viel zijn keuze op het Marine Elektronisch Bedrijf Oegstgeest, waar ze het gezin binnen tien maanden een woning konden garanderen. Kees zou daar hetzelfde werk gaan doen als bij DELM in Rhenen en hij kon meteen beginnen. De dagen stonden helemaal in het teken van nog langere reistijden dan wat hij doorgaans had.

“Op 1 september 1965 ben ik in Oegstgeest begonnen en die dag was natuurlijk erg onwennig, want ik kende er niemand en de sfeer bij de marine was heel anders dan bij mijn vorige werkgever. Na afloop van de eerste werkdag stapte ik de poort uit en plotseling hoorde ik mijn naam noemen: ‘Kees, wat doe jíj hier?’ Verbaasd keek ik op en naast mij stond mijn oude schoolkameraad Kees van Daalen, die er ook werkte.”

“Waarom krijg ìk geen woning?”

Kees had het idee dat hun eerste woning een etagewoning zou zijn. Veel lotgenoten op zijn werk, die ook een woning zochten, hadden op een dag het bericht gekregen dat zij voor een nieuwe op te leveren flat in aanmerking kwamen. Ze waren erg blij, maar Kees had er behoorlijk de pest in, want hij had nog niets gehoord. “Het duurde zes, zeven maanden, iedereen kreeg een woning aangeboden, behalve Kees.

 

Ik stond op mijn pet en ging met een onweersgezicht naar het bureau voor personeelszaken. “Waarom krijg ìk geen woning?” Ik werd daar al opgewacht en kreeg als antwoord: “Hè, hè, ben je d’r nou pas? We gaan een boer toch niet op een flat zetten?” Ik kreeg toen een woning in de Begonialaan toegewezen, een rijtjeshuis met een tuin.”

“Hè, hè, ben je d’r nou pas?

We gaan een boer toch niet op een flat zetten?”

Ik kreeg toen een woning in de Begonialaan toegewezen, een rijtjeshuis met een tuin”

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Kees Eulink - Deel 2

Uit: “Hoe vroeger anders werd. De mens-het beroep-het landschap.”

 

Eindelijk was de grote verhuizing aangebroken. Ze kregen aardige buren aan beide kanten, maar ze moesten erg wennen aan die altijd aanwezige zeewind. Ook hun kleine dochter moest wennen. De aanvliegroute van het militair vliegveld Valkenburg liep precies boven hun huis. Zware Hercules marinevliegtuigen vlogen zo laag over de huizen dat je de piloot kon zien zitten. Het kleine kind wist niet wat haar overkwam en ging plat op haar buik liggen, wanneer zo’n vliegtuig overvloog. 

“Ze was al een flinke peuter toen Coby weer in verwachting raakte van Ingrid, onze tweede dochter, die op 3 september 1966 geboren werd.” Ze verhuisden een paar straatjes verderop naar de Zonnebloemlaan, waar ze in een pas opgeleverd rijtjeshuis gingen wonen met een doodlopende straat aan zowel de voor- als achterkant van het huis en daarachter een botenschuur aan het Oegstgeester kanaal. Dat beviel Kees wel, want hier kreeg hij zijn vrijheid enigszins terug. Aan de overkant van het kanaal lagen uitgestrekte polders, waar in die tijd nog geen huis stond!

“Onder voorbehoud heb ik toen ‘ja’ gezegd en een week later werd ik overgeplaatst naar de cryptoafdeling, waar ik als burger tussen zeven militairen terecht kwam”

In 1968 kreeg Kees van zijn werkgever het aanbod om op een andere afdeling te gaan werken. Hij had in de avonduren zijn NERG-diploma voor middelbaar elektronicus gehaald en dat kwam nu goed van pas. “Na twee jaar op een radioafdeling gewerkt te hebben, werd mij gevraagd of ik interesse had om een crypto-opleiding te gaan volgen. Ik moest dan meteen op die afdeling gaan werken.

 

Niemand kon mij desgevraagd vertellen wat dit werk inhield, maar wel dat het zeer geheim was. Onder voorbehoud heb ik toen ‘ja’ gezegd en een week later werd ik overgeplaatst naar de cryptoafdeling, waar ik als burger tussen zeven militairen terecht kwam. Geen moment heb ik spijt gehad van die stap, alhoewel er wel enkele beperkingen aan vast zaten. Zo mocht ik niet naar de toenmalige Oostbloklanden reizen en toen mijn jongste dochter later in de jaren 1980 een rondreis door de DDR ging maken, moest ik daar toestemming voor vragen; het mocht.

In weekenden liep ik ook wachtdiensten. Door mijn functie reisde ik met een luxe dienstwagen met chauffeur, of ook wel in een Hanomag-bus, naar vrijwel alles schepen, onderzeeboten en verbindingsstations van de Koninklijke Marine voor het plaatsen en in gebruik stellen en repareren van de codeapparatuur. Wat later deden we dit werk ook voor andere legeronderdelen en verschillende ministeries. 

 

Kees moest diverse cursussen op dat gebied volgen in Nederland, Duitsland en Engeland. “Het was zeer afwisselend werk en ik kwam op plaatsen waar niemand anders zonder dat speciale veiligheidscertificaat mocht komen. Omdat onze apparatuur ook bij de luchtmacht werd gebruikt, kwam ik regelmatig in Rhenen waar codeapparatuur opgehaald en afgeleverd moest worden, wanneer deze voor vliegtuigen bestemd waren. Dan liep ik altijd even bij de afdeling van mijn oude vriend- en oud-collega Bart van der Straten aan, voor een praatje en een kop koffie en vooral om oude herinneringen op te halen.”

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 1

Vader was aan pensioen toe

Uit: “Hoe vroeger anders werd. De mens-het beroep-het landschap.”

 

In 1990 brak in Europa, na de val van de muur, een periode van politieke rust aan. De spanningen tussen Rusland en het Westen vielen weg en in 1993 werd er op defensie bezuinigd. Vader was aan pensioen toe. Hoezeer hij ook van zijn werk hield, hij ging niet echt met zijn tijd mee; al die modernisering!

 

Het meest zat hem dwars dat hij als burger met een klein ambtenarenloontje jonge militairen moest inwerken die geen snars verstand hadden van de crypto-apparatuur, maar wel een berg salaris naar huis brachten waar vader ondanks al zijn dienstjaren niet aan kon tippen. Daar had hij echt moeite mee.

 

Toen hem gevraagd werd of hij chef van de crypto-afdeling wilde worden, heeft hij daar vriendelijk voor bedankt. Het zou hem geen cent extra opleveren, maar hij voorzag wel een hoop stress waar hij beslist niet tegen bestand zou zijn. In die tijd werd hij op het werk ineens niet lekker en werd hij met spoed in het ziekenhuis opgenomen om gedotterd te worden, want zijn rikketik was te veel op hol geslagen. Het was de eerste en enige keer van zijn leven dat hij in het ziekenhuis lag.

 

De commotie rondom zijn functie, de modernisering met computers, het werd hem kennelijk te veel. Bovendien hing er een donkere wolk boven het leven van Coby en Kees in Oegstgeest: het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf zou naar Den Helder verhuizen.

“Nooit, maar echt nóóit ga ik daar naartoe!”

Mijn ouders zijn nog met een Marinebus mee geweest, speciaal georganiseerd voor de werknemers en hun partners, om hun toekomstige werk- en woonplek in Den Helder te bezichtigen. Thuis riep moeder: “Nooit, maar echt nóóit ga ik daar naartoe!” Ook vader zag het niet zitten. Moest hij op zijn leeftijd weer zijn boeltje pakken? Gelukkig kwam er, precies op tijd, een speciale regeling die zestigjarigen de mogelijkheid bood om vroegtijdig uit te treden.

 

Vader schrijft in zijn memoires: “Het eerste jaar ging je dan met wachtgeld en daarna tot je 65e met VUT. Ik had veertig dienstjaren en wilde graag gebruik maken van dat vroegtijdig uittreden. Samen met Kees van Daalen en Bart van der Straten gingen we de dienst verlaten. Met ons gingen in die tijd nog vijftig medewerkers met dezelfde regeling bij het M.E.O.B. weg.”

 

Daar gingen alles bekwame, ervaren seniormedewerkers! (Geen wonder dat de VUT vlak daarna afgeschaft werd!).

“Komt ie weer in zijn boevenwagen!

Soms vroeg ik vader wat hij bij de marine gedaan had. Ik wist dat hij regelmatig in Wassenaar in een geheime villa moest zijn, dat had hij wel eens gezegd. Onder dat huis bevond zich een bunker, meer zei hij niet, hij hield zijn mond stijf gesloten. Soms kwam hij uit Eemnes of Eibergen met de Hanomag-bus voorrijden. Dan zeiden we: “Komt ie weer in zijn boevenwagen!” Vervolgens werden er zakken vol aardappels door mijn vader en zijn chauffeur uitgeladen en lag de kelder, en die van de buren, weer vol met zakken aardappels.

 

Mijn zus en ik zijn een keer in de grote schoolvakantie met de ‘luxe dienstwagen’ mee geweest op dienstreis. Het zoontje van de chauffeur was er ook bij: “Bukken bij de slagbomen hoor, laat je niet zien!” Spannend! Ik herinner mij dat we bij de ingang van een bunker in Vlissingen een bakje gele vla hebben zitten lepelen.

De plaatsen die mijn vader bezocht, zitten in mijn geheugen gegrift. Ze klonken in die tijd voor mij spannend, geheimzinnig; naar onbekende oorden ver van mijn bed, zoals Arhus, DELM, NORA, Eibergen, Eemnes, Den Helder, Terschelling, Valkenburg, Woensdrecht, Vlissingen, Navo hoofdkwartier Brunssum, Siegburg, Siemens, Liverpool, Plessy, maar ook de Kwaaklaan in Oegstgeest. Ik kon nooit ontkomen aan het beeld voor ogen van kwakende eenden in een vijver…

Anno 2023 kunnen we op internet een youtubefilmpje terugvinden over de Kwaaklaan in Oegstgeest, de bunker uit de Koude Oorlog. Het voelt voor mij vreemd aan om al die beelden te zien van een uiterst geheime locatie waar mijn vader bijna wekelijks kwam. Hij kon er nooit met een woord over spreken. Voor mij is het altijd in duisternis gehuld gebleven, totdat ik dit filmpje tegenkwam.


Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 2

Verkiezing dienstcommissie M.E.O.B. -crypto-afdeling

Het zal rond 1985 geweest zijn, gezien zijn outfit….er moest een nieuwe dienstcommissie gekozen worden. Ik heb geen idee wat dat inhield, maar vader heeft gekozen, waarvan hier het bewijs. Voor wie hij gekozen heeft en wat die dienstcommissie inhield, geen idee! Geheim!

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 3

De Vi-radar (model) gemaakt door Kees Eulink

Hij staat in Den Helder in het Marinemuseum in een vitrine, de beunhaasklus van vader. Ze hebben hem gezandstraald, geverfd, weet ik veel. De mooie koperen kleur is er vanaf en hij is nu wit. Ik weet dat dit te maken heeft met het conserveren en behouden van het materiaal.
Die beunhaasklus kreeg hij in opdracht van zijn hoogste chef van het M.E.O.B. en in hoeverre je het dus een ‘beunhaasklus’ mag noemen, is de vraag. In elk geval noemde vader het altijd ‘zijn beunhaasklus’, want niemand mocht het weten. Ik weet niet waarom, was het een cadeautje voor een nog hogere chef?

Ik zou dat wel eens willen weten, of die onderkant ook behandeld is geweest, want anders moeten die initialen er nog staan!

In de lunchpauzes en misschien ook daarbuiten was hij aan het priegelen en lassen. Heerlijk vond hij dat! Toen het model af was, heeft hij onderop zijn initialen erin gezet. Alleen ik weet dat. Hij wilde toch iets van zichzelf achterlaten (maar had er daarbij niet aan gedacht dat het ding nog behandeld zou worden, want wellicht is daar nu niets meer van te zien. Ik zou dat wel eens willen weten, of die onderkant ook behandeld is geweest, want anders moeten die initialen er nog staan!

 

Wat rest zijn de officiële defensiefoto’s die ik in mijn bezit heb. In 2014 heb ik afdrukjes daarvan in een mooie lijst laten doen, met passe-partout eromheen. Nu ik de echte foto’s heb, vind ik het jammer dat ik die niet kon inlijsten, maar vader stond erop dat ik kopietjes gebruikte; hij kon geen afstand doen van zijn foto’s. En maar goed ook, want die zouden hopeloos verbleken op den duur!

 

Ik vind het een knap stukje werk en het doet me denken aan een tentoonstelling die ik in Berlijn bezocht over oude industriemonumenten: zó mooi, wat een techniek! Het was functioneel en ook nog mooi! Dit model is natuurlijk een kleine weergave van de echte radar en die zat bovenop fregatten zoals De Ruyter, waar vader ook regelmatig aan boord was voor de verbindingen. Vaak tijdens Navo-oefeningen. In het museum zag ik daar een foto van. Zo krijgt een foto en een klein model betekenis en voor mij een verhaal.

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 4

Ik wist dat hij regelmatig in Wassenaar in een geheime villa moest zijn, dat had hij wel eens gezegd. Onder dat huis bevond zich een bunker, meer zei hij niet, hij hield zijn mond stijf gesloten

Die geheime villa in Wassenaar was Villa Maarheze. Als ik mijn vader ernaar vroeg, dan bleven zijn kaken op elkaar. Geen woord zou hij erover zeggen. Aan ons kinderen had hij wel eens verteld dat het een nepvilla was, waar een bunker onder zat en dat hij daar regelmatig naartoe moest. Later toen ik hem probeerde uit te horen, zal hij misschien wel spijt hebben gehad dat hij ons dit ooit verteld had. Nee, hij beriep zich op zijn zwijgplicht. Ook al die jaren na zijn pensionering mocht hij er niet over praten, wílde hij er ook niet over praten.

 

Er is een boek geschreven over de villa. Ik heb het geprobeerd te lezen, maar het ging mijn pet te boven. Ik kon niet geloven dat mijn vader, zo'n gewone eenvoudige man, betrokken geweest zou zijn bij zo'n  inlichtingendienst. Was dit het nou wat ik altijd had willen weten?

Tijdens het lezen hamerde het door mijn hoofd wat een oud-militair ooit tegen mij had gezegd.

 

“Waarom zou je alles willen weten? Laat het verleden toch rusten Ingrid, soms moet je niet alles willen weten! ”

Uit: “Hoe vroeger anders werd. De mens-het beroep-het landschap.”

 

Eigenlijk wist ik het zelf niet goed. Wilde ik iets 'groots' van vader maken? Kwam het omdat ik Duitse oorlogsveteranen geïnterviewd had en nu ook het verleden van mijn vader boven tafel wilde halen?

 

Wil ik het inderdaad weten? Wat schiet ik ermee op? Mijn vader had het nooit meer over de Marine, het was een afgesloten geschiedenis.

 

Dat gold voor hem. Maar niet voor mij. Ik heb het boek gelezen en heb het inmiddels ook weer weggedaan. Voor mij was het geen bewijs dat vader daar actief is geweest. Hij zal wel verbindingen hebben moeten herstellen, maar meer ook niet. Een klein spinnetje in het grote web van de spionagedienst.

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 5

“Maar daar hoort het niet hoor!”

Het Enigma-kistje. Vader heeft nog leren werken met de Enigma. Hij wist de codes wel te kraken en ging daar altijd prat op. Als kind wist ik niet anders, dan dat onze lego in dat kistje zat en dat zat er nog altijd in toen zijn kleinkinderen de legoleeftijd hadden. Daarna is het kistje ergens op zolder beland. Ik had wel belangstelling en vader stemde erin toe dat ik het rond 2008 meenam. Hij zou nog even het ovale ‘Enigmaplaatje’ erbij zoeken, want dat had hij zorgvuldig in een bakje in de schuur bewaard, waar hij in allerlei doosjes, blikjes en ladekastjes zijn gereedschappen bewaarde. Op menig tangetje stond M.E.B. ingegraveerd, vanuit de tijd dat het nog geen M.E.O.B. was (Marine Elektronisch en Optische Bedrijf).

 

Het plaatje moest hij van mij op de buitenkant vastspijkeren, want dat vond ik mooier, met originele spijkertjes bij het leren handvat. “Maar daar hoort het niet hoor!”. Hij vond het maar niets. Later was ik vergeten waar het plaatje oorspronkelijk had moeten zitten.

Op zaterdag 22 april jl. had ik de mogelijkheid om aan een cursus conserveren mee te doen in het voormalig defensiecomplex Bussloo, gemeente Voorst. Ik had bedacht dat ik het kistje van vader wel kon opknappen. En wat bleek: dat plaatje, dat kon daar toch oorspronkelijk niet gezeten hebben! Nee, dat wist ik. We ontdekten dat hij binnenin had gezeten, want daar vonden we de afdrukken van een drietal plaatjes, waaronder een ovaal dat correspondeerde met het plaatje.


Het kistje werd van alle kanten bewonderd en de meningen waren verdeeld: heeft in dit kistje een Enigma gezeten of niet? Het kistje had namelijk een afwijkende afmeting; hij was kleiner dan doorgaans de Enigma is. Maar mijn vader had altijd beweerd dat daar een echte Enigma in had gezeten. Na wat plaatjes op Google en op speciaal door Google ondersteunde programma’s bekeken te hebben, werd gesuggereerd dat er ‘rollen’ in hadden gezeten en geen Enigma. Bovendien kon de voorkant ook niet opengeklapt worden, wat bij de Enigmakistjes wel kan! Bij mij begon er een vaag vermoeden op te komen: ik heb thuis nog een kistje staan en die is veel groter. Zou dat dan de oorspronkelijke kist zijn? Maar daar kan de voorkant ook niet opengeklapt worden! En bovendien, vader zou toch echt wel geweten hebben waar hij het over had! Het bleef een raadsel.

‘Zählwerk Enigma A28’

Thuisgekomen ben ik zelf maar eens gaan googlen. En wat schetste mijn verbazing? Ik kwam precies zo’n kistje tegen en dat was wel degelijk voor een Enigma. Het gaat daarbij om een ‘Zählwerk Enigma A28’ die van de andere Enigmamodellen afwijkt, omdat hij kleiner van formaat is. De foto die ik 1:1 op mijn kistje kon leggen, was gemaakt in het cryptomuseum, waar zo’n kistje dus staat.


Na de eerste prototypes in 1927 was dit de eerste machine met dit mechanisme. In 1928 kreeg hij officieel zijn naam A28. Er bestaan van dit type twee versies: de MK1 en de MK2 en voor de kenners is hij vergelijkbaar met de Enigma K.
De A28 is waarschijnlijk verder ontwikkeld in de kleinere Enigma G, of G31, die in 1931 op de markt kwam. Van de versie A28 zijn er ongeveer 350 geproduceerd en daarna niets meer.

 

Bij het googlen kwam ik ook nog een kleiner kistje tegen, speciaal voor de ‘rotors’ voor de Enigma M4, die op een U-Boot gebruikt werd. Het kistje lijkt een beetje op het kleinste kistje wat ik ook in mijn bezit heb, maar misschien zie ik nu dingen die ik graag zou willen zien? 

Kistjes en hun verhalen….bij de Marine en in het leger überhaupt, hadden ze veel kistjes. Het is moeilijk om als leek de kistjes van elkaar te onderscheiden, maar ik weet het nu zeker: dít kistje is niet zomaar een kistje!

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 6

Bedrijfsuitje – Admiraal de Ruyter – tochtje op zee met het M.E.O.B.

 

In de diabestanden van vader vond ik nog een bedrijfsuitje waarbij hij is gaan varen op zee. Ik vermoed dat dit in het kader van de laatste vaart van De Ruyter was. Vaag staat mij nog bij dat hij er enthousiast over vertelde. Hij had helemaal geen zeebenen, maar hij vond het machtig mooi allemaal. 

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 7

De Tonijn is de verbindende factor tussen Driekus en vader

Onderzeeboot ‘De Tonijn’

 

Driekus Heij, vader Kees Eulink en ik, wat verbindt ons? De Tonijn! Dit was een belangrijke onderzeeboot die vanaf de jaren 1960 met vele operaties heeft meegedaan. Driekus Heij was kapitein op de onderzeeër. Vader was regelmatig op (of zeg je ín?) de Tonijn. Hij onderhield en repareerde de verbindingen. Of die twee elkaar gekend hebben, is de vraag. Ik ga ervan uit dat dit niet het geval is geweest, want mijn vader was immers maar een eenvoudige technische man en in de hiërarchie van de Marine heb je dan geen rechtstreeks contact met een hoger geplaatst persoon, laat staan een kapitein. Maar toch, de Tonijn is de verbindende factor tussen Driekus en vader.

Samen met Driekus heb ik eens een bloemstuk mogen leggen

En wat verbindt mij met die Tonijn, behalve het feit dat ik een kind van mijn vader ben? Allereerst: de Tonijn is in mijn geboortejaar 1966 gebouwd, een goed bouwjaar dus! Daarnaast ken ik Driekus Heij. In de tijd dat ik interviews deed met Duitse oorlogsveteranen, werkte ik bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek en Driekus was voorzitter van het Stichtingbestuur. Samen met Driekus heb ik eens een bloemstuk mogen leggen bij het Polenmonument tijdens de herdenkingen van de Slag om Arnhem in September.

Redenen genoeg om eens een bezoek te brengen aan het Marinemuseum in Den Helder waar, naast de Vi-radar van vader, ook de Tonijn van Driekus staat. In 2016 ben ik er geweest. Toen ik de Tonijn binnenkwam kreeg ik een benauwend gevoel. Ik moet er niet aan denken dat je in zo’n boot, diep in de zee, opgesloten zit en dan ook nog onder gevaarlijke omstandigheden tijdens oorlogen of oorlogsdreiging, zoals tijdens de Koude Oorlog.

 

Ik vond het een raar idee dat de apparatuur door vader aangeraakt was. Hoe vaak had hij daar, op zijn knietjes misschien wel, rondgekropen en de verbindingen hersteld of gecontroleerd? De gereedschapskoffer was loeizwaar, dat verzuchtte hij wel eens, vooral als hij aan boord moest klimmen van fregatten. Al had hij een eigen chauffeur, niemand droeg de koffer voor hem. Op latere leeftijd zal dat niet makkelijk geweest zijn, maar ach, hij ging al met 60 met VUT, dus mocht hij niet klagen!

Driekus heeft vader wel degelijk gekend!

Naschrift:

Begin 2023 zou ik naar aanleiding van dit stukje gebeld worden door Driekus. Hij nodigde mij uit voor een wijntje in een lunchcafé. Hij was verrast dit te lezen. Natuurlijk kenden wij elkaar al lang, maar de geschiedenis van vader heeft hij nooit geweten. Driekus heeft vader wel degelijk gekend! Hij kon mij nauwkeurig vertellen wat vader op de Tonijn deed.  Ik ben Driekus daar zeer dankbaar voor, dat hij mij dit verteld heeft!

Dienst tijdens de Koude Oorlog – Herinneringen Ingrid Maan-Eulink - Deel 8

Mijn vader Kees Eulink werd vanuit de crypto M.E.O.B. regelmatig op cursus gestuurd. Vaak ging dat in het Duits en daarom kreeg hij met zijn collega’s een cursus Duits, waarvan ik lange tijd het materiaal bewaard heb, omdat ik in die tijd de Lerarenopleiding met Duits deed. Vader kon vanwege zijn vakanties in de bergen een behoorlijk woordje Duits, maar toch was het noodzakelijk dat hij meedeed. Hij vond het helemaal niet erg, want de lessen werden gegeven door een ‘bloedmooie meid’ en ik stel me dan ook voor hoe die mannen hun best deden om bij haar een pluim te halen…

De andere cursussen hadden betrekking op zijn vak. Hij moest naar bedrijven zoals o.a. Philips, Siemens en Plessy. Hij moest daar soms ook voor naar het buitenland: Liverpool in Engeland en Siegburg en München in Duitsland. In München bezochten ze met hun cursusleider ’s avonds het Hofbräuhaus! De volgende dag waren ze niet heel helder meer; vader keerde met de mooiste en meest fantastische verhalen terug. Het waren deze uitstapjes die zijn werk aantrekkelijk hebben gemaakt, want hij vond het altijd ‘geweldig’.

 

In 1989 ging hij op cursus in Liverpool. Alleen van dat uitstapje zijn er foto’s in zijn archief. Het is jammer dat ik niet weet wie er allemaal op de foto staat, maar ik heb het vermoeden dat ‘Beltgens’, Du Chatinier en ‘Van Eerden’ er wel bij staan. De mannen met de grijze baardjes komen mij heel bekend voor. In die tijd werden alleen de achternamen gebruikt als je over je collega sprak, maar thuis sprak vader ook wel over ‘Bertus’, ‘Emiel’ en ‘Fred’. De laatste twee kwamen in zijn latere jaren erbij en waren de ‘jonkies’.

 

Naast die cursussen moest hij ook regelmatig op dienstreis waarbij hij een paar dagen weg was. Soms nam hij dan een souvenirtje voor ons mee en ik heb nog altijd het zilveren hangertje dat hij in Denemarken (Arhus) gekocht heeft.

ALLERLAATSTE DEEL OVER HERINNERINGEN KOUDE OORLOG - Herinneringen Ingrid Maan-Eulink -Deel 9

Vader had zijn leven geleefd . . .

In Memorie: Cornelis Gerhardus (Kees) Eulink

Zijn dienstjaren lagen ver achter hem, ook vele collega’s hadden afscheid genomen van hun werk, of waren naar Den Helder verhuisd. Ze zagen elkaar niet meer, of bij hoge uitzondering en heel toevallig. Alleen zijn oude vriend uit Culemborg en bij het M.E.O.B. zijn collega Kees van Daalen (overleden november 2023) zag hij nog bijna wekelijks, al werd dat de laatste jaren ook minder. Kees was oud.

De jaren dat hij met zijn kinderen naar de Sinterklaasviering op zijn werk bij het M.E.O.B. ging, was al heel lang voorbij. Het M.E.O.B. stond te koop. Alles was immers overgegaan naar Den Helder. De gemeente Oegstgeest zat met het oude defensiecomplex in de maag. Vader mopperde erover. Hij kon niet begrijpen hoe al zijn herinneringen op die manier van hem afgepakt konden worden. Op zijn fiets ging hij foto’s maken van de teloorgang van ‘weer een stuk Koude Oorlog geschiedenis’. Het was voorbij.

Er kwam niets meer uit zijn handen, hij was lusteloos. Het leven was veranderd. De gemeente had een paar meter tuin, die ze hun hele leven al in bruikleen hadden, ‘afgepakt’ om er parkeerplaatsen van te maken. Op de plek van de houten botenschuur verrezen villa’s. De overkant van het Oegstgeesterkanaal was volgebouwd en nu ook nog die grote huizen voor zijn raam. Vader, de plattelandsjongen, was zijn vrijheid kwijt.

 

Hij pakte ook de kwast niet meer en de schildersezel stond al tijden werkloos in de hoek van de huiskamer. Of hij de motieven en kleuren nog in zijn hoofd had? Er kwam in elk geval niets meer op het doek.

De mappen met familiegeschiedenis bleven ook op zijn bureau liggen. Waarschijnlijk had hij al gemerkt dat hij het allemaal niet meer zo in zijn hoofd had zitten en dat hij veel door elkaar haalde. Drukte kon hij niet meer verdragen en op verjaardagen zette hij steevast zijn ‘oortjes’ uit; aan gesprekken nam hij niet meer deel.

 

Hij is op een Koninklijke dag gegaan, nadat hij die middag met moeder nog een rondje kermis had gelopen. Plotsklaps was hij er niet meer en daarmee is zijn verhaal historie.

Mijn vader beriep zich tot het laatst aan toe op zijn zwijgplicht; niets wilde hij vertellen over wat hij nou precies bij het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf Oegstgeest gedaan heeft. De vragen die ik tijdens mijn interview in 2013 had, bleven onbeantwoord.

 

Waaróm moest juist hij in geval van een atoomoorlog onderduiken in een 'enorm grote atoombunker'? Dit zijn de woorden die hij gebruikte toen hij begin jaren 1980 dit op een avond aan mijn moeder en ons aan tafel tijdens het eten vertelde. Hij zou het niet gedaan hebben, dat zei hij er toen ook bij. Het was de tijd dat hij veelvuldig 's nachts opgepiept werd en met de Hanomag opgehaald werd voor één of andere oefening waarbij weer een verbinding niet goed liep. Hij moest dat dan weer herstellen. 

 

Waarom moest mijn vader, als enige (?) burger op een crypto-afdeling met militairen, samen met een select gezelschap in een geheime bunker onderduiken? Tot nu toe weet ik niet beter of mijn vader was een eenvoudige man met een klein ambtenarensalaris; zijn collega's verdienden veel meer, terwijl mijn moeder probeerde om met weinig veel te doen voor haar kinderen. Als hij een zo belangrijke, onmisbare schakel was, dan vind ik het vreemd dat hij geen hoger salaris heeft gehad. Ik snap de frustratie van mijn vader op latere leeftijd toen hij jonge militair-collega's moest inwerken, des te beter. 

 

De grote vraag blijft voor mij: waar is hij bij betrokken geweest?