Oefening Battle Royal 1954

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog - Dagboek Kees Eulink - deel 4

In de nazomer van 1954 nam Kees met zijn bataljon deel aan een grote NATO-oefening in Duitsland. Het was de tijd van Koude Oorlog. Hij heeft in die tijd een nauwkeurig dagboek bijgehouden over deze oefening.


Tot 14 september 1954 bevond Kees zich in een verzamelkamp te Rucphen. Zijn dagen bestonden uit oefeningen doen, maar vooral uit wandelingen maken, uitgaan, veel lol maken met elkaar en corvéediensten draaien.

 

Het woord 'zich drukken' komt veelvuldig voor in zijn dagboek en dat is logisch, want je zult maar voor een heel kampement aardappels moeten schillen en worteltjes schrapen!

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 5

Maandag 6 september 1954

 

Vanmorgen teruggekomen van verlof. Ik heb samen gereisd met Kees van Daalen en Joop de Witte. Vanmiddag hebben we de wagen van post “Dirk” ingeladen voor oefening Duitsland. Toen ik vanmorgen terugkwam waren de foto’s, gemaakt in Berg en Dal, van oefening “Limburg” klaar, op twee na allen goed gelukt.
Na het avondeten hebben we de wagen van post “Beker” ingeladen onder toezicht van een sergeant van de radiowerkplaats. Met hem ontstond zoals altijd weer een woordenwisseling over de ANTRC 1 en de radiowerkplaats. Verder van de dag geen bijzonders.

We hebben vanmorgen de wagen opgepoetst dat hij glom”

Dinsdag 7 september 1954

 

Ik ben vandaag meteen met een goede zin begonnen met het vooruitzicht dat we morgen naar Rucphen vertrekken om te verzamelen voor Duitsland. We hebben vanmorgen de wagen opgepoetst dat hij glom.


Vanmiddag zijn we naar de gymnastiekzaal geweest om te volleyballen. Omstreeks drie uur zijn we naar de cantine geweest. Daarna ben ik mijn plunjezak in gaan pakken. Toen ik ermee klaar was, liep het tegen vijf uur. Net na het appél van vijf uur ben ik een rolfilmpje gaan kopen. Teruggekomen ben ik gaan eten en toen kwam het gegooi in de glazen.

 

Bij het afwassen hoorde ik het al. Oefening Duitsland gaat voor ons niet door. NTB [Nationaal Territoriaal Bevelhebber] mag de grens niet over. Ik geloofde het niet maar het bleek toch waar te zijn.

Ik schijt nu weer balen van de dienst.

Mens erger je niet, verwonder je slechts. Waarschijnlijk een vergissing maar ik hoop nergens meer op

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 6

Woensdag 8 september 1954

 

Direct na het appél van 7.15 uur hoorden we dat onze spullen toch gereed moesten staan, want we konden elk ogenblik bericht krijgen dat we weg moesten. Toen zijn we naar het sportveld gegaan om te handballen. Om 9.30 uur kwam vaandrig Smeenk ons halen, want we moesten ogenblikkelijk vertrekken naar Rucphen. Om 10.30 uur vertrokken. Om 11.15 uur kwamen we in het kamp aan. Dit kamp bestaat helemaal uit barakken en 25-persoons tenten.

 

Na aankomst werd de groep gemeld terwijl de manschappen moesten wachten. Even later kwam de melkboer met flessen pap en pudding. Het was geen gezicht al de soldaten met een fles pap aan de mond. Daarbij kwam nog dat de pap nogal dik was en dus moeilijk de fles uit wilde. Na de pap moesten we weer gaan eten.

 

’s Middags moesten we naar de administratie om ingeschreven te worden en een tent toegewezen te krijgen. Natuurlijk was mijn naam nergens te vinden en er kwam een hele sterrenparade bij te pas eer ik ingeschreven was.
Het avondeten was prima. Gestampte andijvie met spek en vlees.

Natuurlijk was mijn naam nergens te vinden en er kwam een hele sterrenparade bij te pas eer ik ingeschreven was

Diezelfde middag beurden we het voorschot soldij van de Oefening Battle Royal. Dat was precies f 14,00 aan cantinegeld en 16 Mark in Duits geld. Een heleboel, maar je hebt er niets aan in Nederland.

Wij zijn vanavond naar de bioscoop geweest. De film die draaide heette “De salto des doods”. Een prachtfilm, alleen de scherpte van het beeld liet alles te wensen over.

Het kamp hier is zeer groot. Legerplaats Nunspeet was groot, maar dit is veel uitgestrekter. Men heeft minstens 20 tot 25 minuten nodig wil men het rondlopen. Verder lopen hier zeer veel officieren rond.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 7

Donderdag 9 september 1954

 

Ik heb vannacht weer in de tent geslapen. We werden gewekt met marsmuziek via de luidsprekerinstallatie in dit kamp. Na het ontbijt was er appél waarna V.d. Burg en ik een ochtendwandeling door het kamp deden. We moesten wel uitkijken, want men was erop uit corveetjes uit te delen. Ook onze luit was aan het zoeken. Wij wandelden echter gewoon voorbij en groette hem waardoor hij zich waarschijnlijk zo verheerlijkt voelde dat het niet in hem opkwam ons een corveetje te geven.

De verdere middag hebben we doorgebracht met horizontale dienst, afgewisseld met een paar stoeipartijtjes en wat gekanker over de dienst

Vanmorgen in het waslokaal voor officieren waren wij ons aan het wassen toen hij binnenkwam. Blijkbaar officieren te zien zei hij “goedemorgen heren”. Maar toen keken wij hem aan en mompelden met een mond vol tandpasta zoiets van “mummoeie momme”. Toen kwam het in zijn benevelde brein op dat het allemaal soldaten waren en dat alle wasbakken bezet waren. Dus hij als officier moest wachten. Hij zei niets maar wachtte zijn beurt netjes af. Westhoek zou zeggen “zo moet het zijn, heerlijke massageest”.

 

Na het middagappél moesten we het legeringsbewijs ophalen. De verdere middag hebben we doorgebracht met horizontale dienst, afgewisseld met een paar stoeipartijtjes en wat gekanker over de dienst. Het avondeten was weer prima. Savoiekool met vlees. Ik ben vanavond naar de cantine geweest met Joop de Witte en V.d. Burg.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 8

Vrijdag 10 september 1954

 

Na het morgenappél zijn we een eindje het kamp in gaan wandelen. Toen we terugkwamen moesten we ons meteen weer drukken, omdat er corveeërs gezocht werden. Het was een prachtig gezicht. Een tent vol jongens, een sergeant buiten de tent die het over corvee had, en geen tel later een hele lege tent. Al de jongens spoorloos. De sergeant maar kankeren dat hij niemand vinden kan en wij maar lachen.

Na het middagappél kregen we bezoek van generaal Toet. Hij hield een toespraak, en was weer verdwenen. Na zijn vertrek werden de groepen ingedeeld voor Oefening Battle Royal. De an/tre 1 werd later apart gezet. Het kader kon inrukken maar wij voelden nattigheid.

 

En het was zo want we moesten in de keuken worteltjes schrapen, maar dat werd als volgt gezegd. “De An/tre gaat naar de keuken, want jullie zitten toch maar uit je neus te vreten”. Nou, het was meer dan erg zo werd er gekankerd. De sergeant die de leiding had, en er zelf de pest in had dat ie gepikt was, werd wit en rood van woede. Later zakte het weer een beetje. Om 3 uur moesten we geld beuren.

“De An/tre gaat naar de keuken, want jullie zitten toch maar uit je neus te vreten”

Tijdens het middagappél hebben we nog hevig gelachen. Een oude adjudant stond stram in de houding, niets bewoog er, behalve zijn mond want die ging hevig op en neer door een grote pruim die hij achter zijn kiezen had. Om 5 uur gingen we eten. Sperziebonen en rijstpap.

 

Tijdens het eten kwam een luit ons vertellen dat we om half acht moesten aantreden voor loods 15. Dit aantreden werd sjouwen. Er moesten een paar GMC’s ingeladen worden. Om 9 uur waren we klaar en zijn we naar de cantine gegaan en daarna naar bed.

 

Zaterdag 11 september 1954

 

Na het appél dat geen appél was want melden hoorde er niet bij, gingen we ons drukken want men moest corveeërs hebben. Daarna zijn we naar de cantine geweest. Die middag aten we worteltjes. ’s Middags werden we van bed gehaald om een paar gamellen te wassen. De ene sergeant zei dat het er 30 waren, de ander zei 15. Het waren er uiteindelijk ‘maar’ 75. We zijn er twee uur mee bezig geweest. Na afloop kregen we chocolademelk.

Vanavond zijn we met de pendeldienst naar Rozendaal geweest met Kooyman en Keppel. We zijn vertrokken met de pendeldienst. Ik ben daar op een grenswisselkantoor het Hollands geld om gaan wisselen in Duitse marken.

 

Ik bezit nu 60 mark. Daarna zijn we, na even door de stad te hebben gewandeld, naar een café gegaan en hebben daar een glas bier gedronken. Om 11 uur zijn we patat frites gaan kopen en daarna terug met de pendel.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 9

Om 6 uur hoorde ik de reveille diep in mijn onderbewustzijn. Na een uur kwam een sergeant ons vragen of we wilden eten, maar voor de meesten was het bed te warm, dus aten we niet.

 

Om 11 uur stonden we op want de luidspreker begon liedjes te schetteren op een zo doordringende wijze dat we het bed wel uit moesten. ’s Middags gingen we op weg naar Ridderkerk want Kooyman moest geld hebben dat de PTT waarschijnlijk naar zijn huis had opgestuurd.

 

We zijn naar Rucphen gaan lopen tot aan de hoofdweg ongeveer 4 km. Daar zijn we gaan liften naar Rozendaal. Na 2x onze duim in de hoogte te hebben gestoken, stopte voor ons een DAF familiewagen. In Rozendaal stapten we uit en kwamen tot de conclusie dat we 2 km eerder uit hadden moeten stappen, dus terug lopen.

 

We hebben een uur staan liften, maar het was hopeloos. Opeens zei Kooyman, we gaan met de trein naar Dordt en liften daar verder. In Dordt hadden we meteen al een lift tot Ridderkerk.

Om 11 uur stonden we op want de luidspreker begon liedjes te schetteren op een zo doordringende wijze dat we het bed wel uit moesten

Bij Kooyman was niemand thuis. De buurman zei dat de familie naar een verjaardag in IJsselmonde was. Maar we moesten toch naar binnen want we hadden flinke honger. Het enigste middel was door het raam naar binnen wat dan ook lukte ondanks een kapotte bloempot die uit het raam viel.

 

We hebben daar heerlijk zitten bikken en een sigaret gerookt. Daarna zijn we op de fiets gestapt en naar IJsselmonde gereden. Na kennismaking en felicitatie van de jarige vader des huizes kregen we koffie en een glas bowl. Daarna na een half uurtje gezeten te hebben, zijn we weer naar Ridderkerk gefietst. Zijn vader en moeder waren met de bus vertrokken en kwamen 5 min na ons thuis.

 

Om 8.25 zijn we met de bus naar Dordt vertrokken en kwamen om 23.00 uur in Rozendaal aan. Daar zijn we naar het wisselkantoor gegaan omdat Kooyman geld moest wisselen in marken. Daarna terug naar Rucphen.

Maandag 13 september 1954

 

Deze dag niet veel bijzonders.
Alleen slapen en ’s avonds opstellen voor de wagens. We kregen inspectie door een kolonel en majoor Slager.

 

Om 9 uur lagen we in bed.


Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 10

Dinsdag 14 september 1954

 

Dit is de grote dag hoewel zij namelijk met een groot nadeel begon want om 02.30 moesten we het bed uit. Na het eten, om 05.30 uur zijn we richting Duitsland vertrokken. De colonne was 40 wagens groot en ging via Roermond de grens over, het was toen 09.00 uur. Verder gingen we over Krefeld waar we verkeerd reden en na enige schermutselingen kwamen we in een straat die dood liep.

“Het was gewoon een puzzel hoe de colonne van ongeveer 15 wagens omgekeerd kwam, want de andere wagens die aan de kop zaten waren met kaart en al doorgereden, maar het kwam voor elkaar”

Daarna gingen we door naar Essen. Het was erg lastig de weg te vinden want we hadden een lijstje van de plaatsen en wegen die we moesten passeren, maar geen kaart. Het gevolg was dat we aan burgers de weg moesten vragen. Verder gingen we over Düsseldorf en Dortmund. Daar ging het weer beter want toen konden we de kaart uit de reveille gebruiken. Bij Lünen hebben we gerust en een café bezocht. Voor het café heb ik 2 foto’s gemaakt.

 

Na een twintig minuten zijn we weer vertrokken naar Werne, Horn[-Bad Meinburg], Hiltrup en Münster. Tot Münster hadden we behoorlijk vlak terrein, maar voorbij Münster werd het heuvelachtig. Er waren behoorlijke heuvels bij en ook grote bossen. We hadden dan ook een prachtig uitzicht. De dorpen en stadjes die we passeerden heten in volgorde: Sprakel, Greven, Saerbrük [Saerbeck], Dörenthe, Ibbenbüren langs Osnabrück Westerkappeln Bramsche.

 

Hier zagen we verschillende andere kampen van Engelsen en Hollanders. Na een half uur wachten om 18.00 uur gingen we naar ons kamp waar we verzamelen zouden. Dit kamp lag op een grote heuvel midden in de bossen. We gingen eten een liter hutspot met klapstuk. Daarna gingen we een tent opzetten en na een toespraak van een eerste luit gingen we maffen (in Duitsland).

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 11

Woensdag 15 september 1954

 

Om 07.15 werd er reveille geblazen, tenminste ik hoorde het diep in mijn onderbewustzijn. Ik had die nacht slecht geslapen want ik had voeten als een bonk ijs. De tent was maar heel vlug opgezet en vertoonde flinke openingen en we hadden enkeldaks.


We werden om 08.15 waker gemaakt door de luit die kwam zeggen dat het appél was en dat wekken ging niet zonder een uitbrander. Alles stond op ons te wachten.

“Willen jullie rotzooischoppen, dan kan ik dat ook”

Na het appél moesten we onze tent afbreken en op een andere plaats zetten. We hadden de tent half klaar, toen een sergeant I ons kwam vertellen dat we niet goed stonden, want er kwam een aanvoerweg voor wagens. Wij de tent op een andere plaats gezet en hij was bijna klaar toen zo’n blauwe adjudant (hond) kwam vertellen dat de tent verkeerd stond, want zij moesten op een rij staan. Nadat de sergeant en wij ook tegen hem aan het kankeren waren, met al resultaat dat hij uitviel “willen jullie rotzooischoppen, dan kan ik dat ook”. Nou praat daar maar tegen. Wij de tent weer afbreken en op de nieuwe plaats opzetten. Voor twaalven waren we klaar, ook met de veldbedden.

’s Middags was het zalig nietsdoen. Wel hebben we geloot wie er in de wagen moest slapen, want er moest een wacht zijn. Witte trof het lot. ’s Avonds zijn we naar Bramsche geweest.

 

De fotozaken hadden het zeer druk en ook de cafés. Wij hebben een biertje gedronken en een poosje gepraat met een Duitse klant. Daarna zijn we met de pendelwagen die zo vol was als een harington teruggegaan en meteen naar bed.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 12

Donderdag 16 september 1954

 

Vannacht heerlijk geslapen en ik had niet veel zin om op te staan maar ja dienst is dienst (Befehl ist Befehl). Vanmorgen niet veel gedaan, alleen even met de jongens (de Witte Burg) de bossen in geweest. We moesten goed uitkijken dat we niet verdwaalden want de bossen zijn hier zeer groot en dicht. We zagen nog een groot hert wegvluchten. De sergeant Hoenderop en Hemmes en de luit zijn op verkenning uit voor de plaatsing van de posten.

“Befehl ist Befehl!”

Het begin van de middag is doorgebracht met nietsdoen, want je kon niet buiten de tent komen zo regende het. Binnen een uur zakte je tot je enkels in de modder. Verschillende auto’s zijn verzakt en moesten los gesleept worden.

 

Fridrichs, De Witte en ik werden gevorderd door de luit Bois om de weg te verharden met takken en balken. Het was levensgevaarlijk, zo raceten we door de modder. Om 6 uur kwamen de verkenners terug.

Onze post (Venus) kwam midden in de rimboe te staan boven op een heuvel.
Vanavond hebben we verder niet veel gedaan.

 

Onze post (Venus) wordt geruild met post Thor, aangezien de wagen niet rijden kan, want de fan is in reparatie.

“Buiten zijn de GMC’s nog steeds wagens uit de blubber aan het trekken, maar ik ga slapen”


Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 13

Vrijdag 17 september 1954

 

We hebben ons vanmorgen weer eens verslapen maar er is niets gemerkt. De morgen is vlug omgegaan al hebben we niets gedaan. Vanmiddag zijn we de bossen in geweest om foto’s te maken, Kooyman, Visser, Zijlstra, sgt. Ever(t)s en ik. Er waren prachtige plaatsen zoals ik ze in Nederland nog nooit gezien heb. Het mooiste was een oorsprong van een beek, gelegen in een diep dal.

 

We zagen o.a. ook sporen van herten en hele grote sporen van wilde zwijnen. Bij terugkomst in het kamp hoorden wij dat De Witte en sgt. Hoendrop reeds naar de nieuwe post vertrokken waren. Visser moest zorgen dat de ventilator in orde kwam dan konden wij morgen vertrekken.

 

Na het avondeten gingen we met de pendeldienst naar Bramsche. Ik was met sgt. Everts, sgt. Brouwer en Fridrichs en Kooyman. Er werd hevig gehandeld want Everts kon Duits en diende als tolk. Brouwer moest een fototoestel hebben en Kooyman een belichtingsmeter.

Het mooiste was een oorsprong van een beek, gelegen in een diep dal

We stonden bij de fotograaf in de winkel toen de MP kwam zeggen dat we om 9 uur weg moesten. Wij maakten hem duidelijk dat dit niet voor ons gold wat hij dan na enig praten geloofde.

 

De winkeljuffrouw was een Hollandse dus konden wij haar en zij ons verstaan. Daarna gingen we een café opzoeken. Om 22.00 uur zijn we op zoek gegaan naar de pendelwagen, maar die kwam maar niet opdagen. Er stopte een wagen voor ons. De chauffeur zei dat de wagen langs ons kamp kwam. Maar na een poosje gereden te hebben, bleek dat hij zich vergist had. Nu, wij stapten toen maar uit maar we wisten niet meer waar we zijn moesten dus met andere woorden, we waren verdwaald.

 

We hielden een soldaat aan die ons niet kon verstaan want het was een Engelsman. Maar daar was Everts goed voor. Die soldaat stuurde ons naar een MP-post en die weer wees ons de weg naar het kamp. En wat voor een weg, allemaal modder en heuvels en pikkedonker. Maar we zijn er gekomen.

“We wisten niet meer waar we zijn moesten dus met andere woorden, we waren verdwaald

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 14

Zaterdag 18 september 1954

 

Na het morgenappél dat al heel vroeg was en waar we dus niet naartoe gingen, zijn we onze tent op gaan breken. Willem is met chauffeur Laan meegegaan want als Laan op zijn plaats was moest Willem de ventilateur eraf halen en op zijn eigen wagen zetten.

 

Toen alles klaar was, dat was ongeveer 10.15 uur, zijn we naar onze nieuwe plaats vertrokken. We moesten dwars door de bossen naar de grote weg. Dat ging niet zo gemakkelijk met als gevolg dat ik al zittend soms sprongen maakte van een halve meter in de hoogte. De luit reed met de jeep voorop en keek steeds om of de 3-tonner hem wel kon volgen.

Maar dan moet je niet Willem als chauffeur hebben. Die rausde met een bloedgang door de modder en hield de jeep met gemak bij. Op de grote weg werd vanuit de cabine beleefd geïnformeerd of ik nog leefde en zo ja of ik nog iets gebroken had.

Op de heuvel stond een uitkijktoren. Daarvanuit kijk je over de hele omgeving. Osnabrück, Bramsche en al die kleinere plaatsjes zie je als een luchtfoto. Het is niet te beschrijven zo mooi

We kregen een route die niet te beschrijven is zo mooi. Allemaal heuvels en bossen met in de diepte dorpen en stadjes, zoiets moet je zelf gezien hebben. Bij de plaats van bestemming moesten we met de wagen een heuvel van 312 meter hoogte nemen via zigzagwegjes. Wij moesten boven op die heuvel zijn. Op de heuvel stond een uitkijktoren. Daarvanuit kijk je over de hele omgeving. Osnabrück, Bramsche en al die kleinere plaatsjes zie je als een luchtfoto. Het is niet te beschrijven zo mooi. Naast de uitkijktoren staat een souvenirtent.

Op diezelfde heuvel staan onze tenten. De antenne hebben we op de toren gezet, hoger kan dus niet. De verbinding was gauw gereed en ongekend goed.

 

Wij (Thor) zonden op een frequentie van 77,6 Me naar Wodan. Zij ontvingen ons met een sterkte 100 in stand 1. Zij zonden 83 Me naar ons en wij ontvingen hun met dezelfde sterkte. Dit over een afstand van 40 km.

 

’s Avonds hebben we niet veel gedaan alleen het kamp ingericht en strikken gezet voor konijnen. De souvenirverkoper handelde graag met cigaretten dus dat is voor ons voordelig. Daarna gingen we naar bed.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 15

Zondag 19 september 1954

 

We stonden vanmorgen om 09.30 uur op. Wachtend op het ontbijt zijn we een praatje gaan maken met de baas van de souvenirtent. Het is erg druk van de toeristen, die van het uitzicht willen genieten. Ik ben alleen een wandeling gaan maken door de bossen. Ik vond daar nog een geweerkolf en patroontassen, dus ook hier is behoorlijk geknokt.

De bergen hier zijn behoorlijk steil, ik was bekaf toen ik weer terug was. Om 14.00 uur kreeg Wodan bericht dat zijn post verplaatst moest worden. De jongens van die post hadden er behoorlijk de pest in want het hele kamp was al ingericht. Dus het contact met Wodan werd verbroken. Om 14.00 uur kregen wij ons ontbijt wat met een hoeraatje ontvangen werd. Dit werd per jeep gebracht.

Ik vond daar nog een geweerkolf en patroontassen, dus ook hier is behoorlijk geknokt

Het contact met Donor werd om 19.00 uur verbroken. Ik heb deze middag nog 20 Roxy cigaretten verkocht voor 2 Mark. Verder op de avond zijn we nog een beetje gaan wandelen. Om 22.00 uur was er nog geen avondeten. Wij hadden er behoorlijk de kanker in.

 

Om 23.10 uur kwam de jeep het eten brengen. Het waren gestampte bonen met pudding en rozijnen en ook nog een sinaasappel. Hierna zijn we naar bed gegaan.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 16

Maandag 20 september 1954

 

We stonden om ongeveer 09.00 uur op. Na het ontbijt zijn we een wandeling door de bossen gaan maken. Daarna zijn De Witte en ik opzoek gegaan naar een boer die ons aardappels wilde verkopen. We liepen een stuk door de bossen totdat we een boerderij vonden met een groot aardappelveld. 

Vader kwam er al aan en zei dat hij geen aardappels had

We vroegen aan een paar jongens of dat hun vader thuis was en of hij ook aardappels had. Vader kwam er al aan en zei dat hij geen aardappels had. We bleven een poosje praten en wilden toen verdergaan. Hij zei ons in het Engels gedag. Wij zeiden dat we Hollanders waren.

Hij zei ons in het Engels gedag.

Wij zeiden dat we Hollanders waren

Opeens riep hij ons terug, want hij had toch aardappels. We moesten binnenkomen. De familie zat te eten want het was 12.30 uur. Wij kregen ook eten, aardappels, peren en pudding na. We moesten 2 kilo aardappels hebben. Ze kosten ons niets. De boer praatte over de oorlog. Hij had in Rusland gezeten.

Daarna zijn we naar het kamp teruggegaan. Om 1 uur waren we terug. De aardappels werden geschild en opgebakken. Om 2 uur moest post Wodan springen. Om ongeveer 17.00 uur kregen we weer verbinding, maar heel slecht. De ontvang- en zendantenne stonden haaks op elkaar. Zo beïnvloeden ze elkaar, want Donar, Thor en Wodan stonden onder een hoek van ongeveer 10°van elkaar. We moesten de antennes van en naar Wodan van de toren halen en apart opzetten. Dit was binnen 3 kwartier klaar. De verbinding was toen prima, 100 in 1.

 

Die avond hebben we niet veel meer gedaan. Wel moest er ’s nachts een opblijven bij de zenders, maar om 02.00 uur bleek het niet meer nodig te zijn.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 17

Dinsdag 21 september 1954

 

Na het ontbijt zijn sgt. Hoenderop en ik een wandeling wezen maken. Tegen elf uur waren we terug. Jo de Witte en ik zijn toen gaan wandelen. De andere jongens waren de was aan het doen. Iets wat een prachtgezicht opleverde.


Jo en ik gingen de heuvel af langs een trappengang die De Witte en Fridrichs gisteravond ontdekt hadden. Het was een prachtweg die we volgden, maar erg steil. Na een paar minuten lopen kregen we een kruispunt. Toevallig kozen we de mooiste weg. We kwamen op een andere heuvel terecht. We vonden een weg met sporen van legerwagens. Een stuk verder was er een staaldraad over de weg gespannen. Wij link uitkijken dat we de draad niet aanraakten voordat we hem onderzocht hadden.

 

We konden vanaf die heuvel de hele omgeving overzien. We keken over Ibrück [Bad Iburg]. Daarna zijn we naar beneden gegaan. We vonden daar een snelstromend beekje waar ik 2 foto’s maakte. Daarna zijn we teruggegaan naar het kamp waar we gingen eten. Het hele werk hier is eten en wandelen.

Wij link uitkijken dat we de draad niet aanraakten voordat we hem onderzocht hadden

Na het eten namen we het plan op een hoekige heuvel waarin een steengroeve was, te beklimmen. Deze heuvel was minstens 3 km van onze heuvel verwijderd en er lagen 3 andere heuvels tussen de onze en de te beklimmen heuvel in. We gingen om ongeveer 3 uur op weg. We waren net op de eerste heuvel toen de 2e regenbui losbarstte. Bij de eerste bui waren we nog in het kamp. Er was net een schoolklas op bezoek die in onze tent kwam schuilen. Wij gingen gelijk met de klas op weg.


Nadat de bui begonnen was, zijn we in het dichte bos gaan schuilen. We kregen haast geen spatje. Na een kwartier zijn we verder gegaan. Na veel klimmen kwamen we aan de hoofdweg waar we over moesten. Direct over de weg was de steengroeve. Ik heb daar een foto gemaakt en toen zijn we de bedoelde heuvel opgegaan, soms met handen en voeten.

“We zagen opeens vreemde militairen die ons ook in het snotje hadden”

Boven op de heuvel heb ik een foto gemaakt van ónze heuvel met de uitkijktoren die nog net te zien was. Daarna zijn we achter de heuvel langs afgedaald. Toen we aan de achterkant van de heuvel waren, waren we haast in Ösede. Even later daalden we af naar de straatweg die we overstaken en weer begonnen te beklimmen. We waren van plan tussen de heuvels door naar de onze te gaan, maar we zagen opeens vreemde militairen die ons ook in het snotje hadden. 

“Zij wilden ons achterna komen om ons krijgsgevangen te maken (wat toch niet kon)”

Wij stonden bovenop de heuvel en zij in het dal. Zij wilden ons achterna komen om ons krijgsgevangen te maken (wat toch niet kon), maar konden niet gemakkelijk de heuvel op komen en wij moesten afdalen, dus dat lukte hen niet. Ze gaven dan ook gauw op. Verder zijn we zonder ongemakken in het kamp aangekomen, het was toen 18.30 uur. Verder is er niet veel gebeurd die avond. We gingen om 22.15 uur naar bed.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 18

Woensdag 22 september 1954

We stonden om 09.00 uur op. We zijn toen gaan wandelen, sgt. Hoenderop en ik. Tijdens die wandeling heeft de sgt. Nog verschillende foto’s gemaakt. ’s Middags zijn we ook gaan wandelen. De hele oefening bestaat uit eten, wandelen, slapen en vooral battelen.
’s Avonds zijn we niet zo vroeg naar bed gegaan, want de luit kwam bij ons kijken met de nodige bestellingen souvenirs.

“De hele oefening bestaat uit eten, wandelen, slapen 
en vooral battelen”

Hij had niet veel zin om terug te gaan, want het was buiten zeer koud en wij hadden de tent lekker verwarmd door middel van de primus. Maar hij kón niet blijven want er was geen bed over. Hij bracht onze voedselpakketten mee.

 

Om 11.15 is hij weer vertrokken na eerst warm gegeten te hebben. Wij zijn toen onze pakketten gaan inspecteren en toen naar bed gegaan.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 19

We zijn om 09.00 uur opgestaan. Het eerste wat we deden was een morgenwandeling. Water om ons te wassen was er nog niet. Willem moest het nog halen met z’n slee.

 

Het had flink geregend en we haalden het water van de bomen zodat we ons toch opgefrist hadden. Na de wandeling hebben we ons gewassen en gegeten.

“Water om ons te wassen was er nog niet. Willem moest het nog halen met z’n slee”

’s Middags ben ik met De Witte en Helga, een meisje van 11 jaar, de dochter van de baas van de souvenirstent, naar Ibrück [Bad Iburg] geweest. Helga wist de kortste weg door de bossen. We waren er dan ook gauw. We kwamen onderweg langs verschillende andere militaire posten, meestal luchtafweer en veldartillerie. In Ibrück gingen we naar de enige radiozaak van het dorp. Ze hadden de bedoelde pick-up niet, alleen hele platendraaiers en die waren voor mijn portemonnee te duur: 85 Mark.

 

Daarna heeft De Witte een ringetje gekocht voor zijn meisje. Ik had 3 rolfilms bij mij om te laten ontwikkelen. Wij dus een fotowinkel opzoeken, die gauw gevonden was. Morgenmiddag om 16.00 uur zijn ze klaar. Hierna gingen we in de richting van Helga’s huis.

Op de hoek van de straat kwamen we haar moeder tegen. Na even een praatje gemaakt te hebben, gingen we terug naar ons kamp. Helga ging niet mee terug, dus moesten we zelf onze weg vinden. De weg die we gekomen waren, konden we niet meer terugvinden, want die ging dwars door de bossen.

 

Wij namen meteen de zeer steile helling bij een open plaats. We moesten halverwege rusten, want het zweet liep over onze ruggen. Toen we boven kwamen, waren we dan ook bekaf. Maar we zaten vlakbij onze post. Daar aangekomen zat de man van de souvenirstent (anders ken ik hem nog niet) op zijn accordeon te spelen.

Willem en de sgt vertrouwden die 2 kerels niet, ik trouwens ook niet. Dus bleef Willem wacht houden

Er liepen nog 2 andere kerels, die ook in de tent kwamen. Ze stelden overal belang in. Ten eerste vroegen ze, zo vertelde Appie Fridrichs: er liepen 2 man buiten, zijn jullie alleen op deze post? In de tent hadden zij het woord alleen. Ze wilden cigaretten kopen (die we niet hadden). Even later zeiden ze dat ze morgen terug zouden komen en snaps mee zouden brengen. Toen gingen ze weg en ook de souvenirbaas. Wij gingen eten hoewel ik niet veel trek had. Willem en de sgt vertrouwden die 2 kerels niet, ik trouwens ook niet. Dus bleef Willem wacht houden. Om 23.00 uur gingen we naar bed.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 20

Vrijdag 24 september 1954

We stonden vanmorgen om 09.30 op. Na me gewassen te hebben ben ik een stuk gaan wandelen. Ik had Zondag 19 Sept. een geweerkolf en patroontassen gevonden en die wilde ik nog eens op gaan zoeken om te kijken of er in de omgeving nog meer lag dat onder de dennennaalden verborgen lag. Maar ik kon de weg niet meer terugvinden. Ik ben toen maar terug gegaan en heb een beetje gegeten. Ik voelde me niet helemaal kiplekker. Daarna nog even wezen rondneuzen op de toren. Er vlogen veel vliegtuigen vooral straaljagers waar je vanaf de toren bovenop keek.

’s Middags 13.00 uur werd er weer gegeten, doperwten met aardappels en gehakt (uit blik dit alles). Daarna kwam er een jeep, met radio, die verbinding zocht met een andere post. Er zat een infanterieluit in, een sergeant en een soldaat. Die luit bekeek onze toestellen even en zei dat zijn toestel in de jeep een prutsding was bij de an/tre 1 vergeleken. Om 14.00 uur ging hij weer weg richting Ibrück [Bad Iburg]. Wij mochten zover meerijden. Even voor het dorp zijn we uitgestapt.

 

Om 14.40 waren we in de fotozaak. De foto’s waren nog niet klaar, over een half uur moesten we terugkomen. Toen ze klaar waren bleken verschillende mislukt te zijn, maar dat gaf niet. Tijdens het wachten op de foto’s kwamen we nog een kennis tegen die een Zondag ook op de Dörenberg was. Hij bleef een poosje bij ons. We zijn toen naar een souvenirwinkel geweest. Ik kocht er een bonbonschaaltje. We zouden om 16.30 uur naar het huis van de souvenirbaas gaan maar het was nog te vroeg dus zijn we maar een biertje gaan drinken. Ik voelde me weer goed. Bij die mensen hebben we de foto’s bekeken en zijn toen weer weggegaan. De vrouw en Helga brachten ons een stuk weg.

Die luit bekeek onze toestellen even en zei dat zijn toestel in de jeep een prutsding was bij de an/tre 1 vergeleken

Toen we in het kamp aankwamen langs een gemakkelijke weg, het was 18.00 uur, kwam de luit van ons langs. Hij bracht post mee, voor mij 2 brieven van thuis. Om 19.00 uur ging hij weer weg. Vannacht moeten we wachthouden bij de toestellen. De sergeant had een halve liter jenever uit een cadi pakket [kantine dienst pakket]. De kruik werd om 22.00 uur opengemaakt, ieder kon een beetje krijgen. Ik moest niets van dat spul hebben. Ik heb een foto gemaakt dat hij aan het inschenken was. Het was een tijdopname maar Willem schoot in de lach. De eerste was dus mislukt. De 2e was beter. Ik vroeg via de zender aan Portegijs hoe lang ik moest belichten. Om 22.30 uur gingen we naar bed op de sergeant na want die hield tot 03.00 uur de wacht.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 21

Zaterdag 25 september 1954

 

Ik werd vanmorgen om 05-30 uur gewekt door De Witte want ik moest op wacht tot 09.00 uur. Om 08.00 uur stond Willem al in de tent hij was wakker geworden en kon niet meer in slaap komen. Om 09.00 uur kwamen de anderen uit bed. Ik ben me gaan wassen en scheren toen het begon te regenen en niet zo zachtjes ook. Ik ben toen gaan eten en hoe, ik had een vreselijke trek. We moesten wel in onze tent blijven want het regende flink. Dus ben ik maar aan een brief naar huis begonnen.

Halverwege ben ik opgehouden want Arends kwam shag, gevechtsrantsoenen voor 3 dagen en cadi pakketten brengen. We hadden weer volop te roken chief whip Capstan en dr. Dushkind. Daarbij kwamen nog de cigaretten in de gevechtsratsoenen.

Ik ben vandaag verschillende keren de toren op geweest om naar de straaljagers te gaan kijken. Wij stonden even aan de souvenirstent te praten toen de vrouw met de kersenlikeur tevoorschijn kwam. Ieder een glaasje. Tijdens het middageten kregen we van haar ook nog een knoflookworst, ook ieder een. We stonken een uur in de wind maar toch was ze lekker.

We hadden weer volop te roken chief whip Capstan en dr. Dushkind

’s Avonds 19.00 uur zijn Willem, de sergeant en Appie met de 3 tonner naar Iburg [Bad Iburg] geweest. De sergeant ging een kleinbeeld camera kopen maar kwam met lege handen terug, want de enige fotozaak had ze niet voorradig. Ik zat met Jo de Witte in de tent toen onze post door Donar opgeroepen werd.

 

Het was voor Jo want ze zeiden dat er voor hem een brief uit Utrecht in aantocht was. Hij was van zijn meisje en men wilde hem wel voorlezen voor de microfoon. Jo protesteerde echter. Zij begrepen natuurlijk niet waarom. Een tijd later kwam er bericht binnen of de krukas (dat is Willem) er ook was. Het was zijn kameraad Wilbrink, een echte boer. We lagen slap van het lachen toen we hem met zijn plat dialect hoorden praten.

 

Om 22.00 uur kwamen Arends en Wilbrink met de jeep Willem halen. Wilbrink had de overjas van de luit aan met de sterren en al. Ik heb een foto van dit drietal gemaakt terwijl ze heel duur met de telefoon aan hun oor zaten. Deze foto maakte ik met Willem zijn toestel.

 

Ik had vanavond wacht van 22.00 uur tot 00.30 uur. Om 23.30 uur kwamen ze terug. Willem heeft nog even zitten praten. De anderen gingen meteen weg.

Een tijd later kwam er bericht binnen of de krukas (dat is Willem) er ook was

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 22

Zondag 26 september 1954

 

We stonden om 10.00 uur op. Het was vies regenachtig weer. We moesten dus in de tent blijven. Ik heb vanmiddag veel gegeten, grauwe erwten met spek. Vanmiddag kwam de luit kijken hij had niet veel nieuws. Wel dat misschien majoor Schlager op bezoek zou komen. De majoor had bij Donor gezegd dat de verbinding heel goed was en dat, als het tot het einde van de oefening zo zou blijven, het niet in woorden uit te drukken was. Ik hoop dat er dan ook nog prestatieverlof aan vast zit.

De majoor had bij Donor gezegd dat de verbinding heel goed was en dat, als het tot het einde van de oefening zo zou blijven, het niet in woorden uit te drukken was

Na een uurtje, hij heeft eerst koffie gedronken, is hij weer vertrokken. Willem heeft eerst het spatbord van de jeep gerepareerd want de luit heeft een aanrijding gehad met de jeep van de aalmoezenier. Wij hoeven niet te springen. Wodan wel en kan elk ogenblik bericht verwachten. De wagen van Groen [of Gram?] hangt nog boven het ravijn. Ze willen hem met GMC’er er uit trekken. We hebben bezoek gehad van jongens uit de herberg. Er zijn nog cigaretten verkocht aan hen.

 

Vanavond bleven Fridrichs en ik alleen in de tent achter. De anderen waren met de wagen naar Ösede. De sergeant moest een fototoestel kopen. Wij kregen gezelschap van de jongens uit de jeugdherberg. Een van hen kocht nog 10 cigaretten van mij voor 1 Mark. Om 20.00 uur kwamen de anderen terug. De serg. had een Agfa Silette gekocht. Om 22.00 uur gingen we naar bed.

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 23

Maandag 27 september 1954

 

We stonden om 09.15 uur op. Ik ging een stukje wandelen en vond onderweg een staafbrandbom; hij was al ontploft. We hebben vanmiddag lekker gegeten, doperwten. Willem vond nog een zuurstoffilter van een gasmasker. Tegen vijven kwam de luit op bezoek maar aangezien er geen koffie gezet was, verdween hij weer gauw. Jo de Witte gaf aan Herbert Holke, de baas van de souveniertent, 2 dozen van 50 cigaretten mee om ze op de fabriek te verkopen.

Ik ging een stukje wandelen en vond onderweg een staafbrandbom; hij was al ontploft. Willem vond nog een zuurstoffilter van een gasmasker

’s Avonds zijn we naar Ösede geweest om een pick-up te kopen. Maar geen van de 3 winkels had er een. Er was een kermis in het dorp. Willem verkocht er nog 50 cigaretten. Om 20.30 uur waren we terug. Terug op de post hoorden we dat we ’s nachts door moesten werken.

 

Later kwam er een tegenbericht en dat we ’s morgens om 05.00 uur op moesten breken. We hebben het laatste borreltje opgemaakt wat voor 5 man net een slokje was. Daarna zijn we naar bed gegaan.

We hebben het laatste borreltje opgemaakt wat voor 5 man net een slokje was

Dienstplicht tijdens de Koude Oorlog – Dagboek Kees Eulink – Deel 24

Dinsdag 28 september 1954

 

Vandaag hebben we ons kamp opgebroken. We moesten verzamelen tussen Munster en Lünen. Daar kregen we koffie. We gingen bij Nijmegen de grens over. Er was geen strenge controle, alleen de jeeps van de officieren werden gecontroleerd. Om 22.15 uur kwamen we in Rucphen aan.